In het weekend van 19 en 20 januari gingen de leerlingen van de musical van het Dr.-Knippenbergcollege op kamp, in het hoofdgebouw van de Knip. Het kamp duurde drie dagen, van vrijdagavond tot zondagmiddag. Vrijdagavond was er een leuke activiteit en zaterdagavond was er een bonte avond, ook werd er veel gerepeteerd en kwamen meneer Manders en meneer Koppes spreken over het boek Een Helmondse Kwajongen.
De musical van dit jaar is een door Erik Vink geschreven stuk: Zuidwal. Zuidwal is ter ere van 75 jaar bevrijd Helmond. Het stuk gaat over Helmond in de oorlogsjaren, liefde en keuzes maken. Wat is goed? Wat is fout? Kaartjes zijn te koop op de site van het Speelhuis of op de site van het Dr.-Knippenbergcollege.
Een speurtocht van verzet en de vijand
Vrijdagavond om zeven uur begon het kamp, toen werden de lokalen gekozen waar de leerlingen gedurende het weekend zouden slapen. Daarna werden ze welkom geheten door de begeleiders en hebben ze nog gerepeteerd. Na de repetitie werden de leerlingen bij elkaar geroepen voor de avondactiviteit. De avondactiviteit was een soort van speurtocht waar de groep verdeeld werd in twee teams; het verzet en de Duitsers. De opdracht van het verzet was om iemand te redden en de opdracht van de Duitsers was om Helmond in te nemen. Na de avondactiviteit ging iedereen naar bed toe, maar veel geslapen gebeurde niet, want het was iets te gezellig in de slaapkamers, zo vertelde iedereen dat ze ongeveer zes uur in totaal geslapen hebben.
Bonte avond
Zaterdagochtend deden de leerlingen eerst aan yoga terwijl het ontbijt klaar werd gezet. Na het ontbijt werd er weer hard gerepeteerd. Zaterdagavond was er een bonte avond. De winnaar van de bonte avond was Geertjan van de Kerkhof met het lied Tequila van The Champs. In een interview met Geertjan vertelde hij dat het musicalkamp een indrukwekkend evenement is waar iedereen naartoe moet, over de bonte avond vertelde hij niet veel meer dan “Geweldig.” En “Tequila.”
Vertellen over de oorlog
Zondagochtend moesten de leerlingen de slaapkamers opruimen en hun spullen inpakken. Rond 11 uur kwamen meneer Manders en meneer Koppes spreken over het boek Een Helmondse Kwajongen. Meneer Manders was 9 jaar oud toen de oorlog begon. Hij vertelde over de oorlog, over hoe schaars eten was, thuis, de Duitsers, de bevrijding en over na de oorlog. Zo vertelde hij dat hij niet bang was voor de Duitsers, de knallen noemde hij herrie en dat hij nooit de Duitsers haatte. Daarna werd de eerste muzikale doorloop gehouden en werden er een hoop scènes herhaald. Acteur Jesse: “Het beste van het musicalkamp is dat je closer wordt met de rest van de groep en dat we doorkrijgen hoe het stuk eruit gaat zien.” En Carlo: “Het musicalkamp is interessant en je wordt als groep hechter.”
