Het grote afscheidsinterview met Hans Schapenk

4172

Na acht jaar heeft rector Hans Schapenk voor een nieuwe uitdaging gekozen; per 1 januari 2019 werkt hij als bestuurder in Nijmegen. Op 28 november gaf hij een afscheidsinterview aan Floortje Jansen (13) van Mediahuis Helmond.

Waarom gaat u weg bij OMO Scholengroep Helmond?
“Ik zit hier nu voor het achtste jaar en als ik ooit iets anders wil gaan doen, dan is dit de kans. Ik werd gevraagd om te solliciteren en dan weet je al dat ze belangstelling voor je hebben. Na het solliciteren ging het wel heel snel en heb ik drie dagen bedenktijd gevraagd. Als ik hier zou blijven werken, zou dat betekenen dat ik nog zeven jaar ditzelfde werk moest blijven doen en dan zou ik vijftien jaar hetzelfde werk hebben gedaan. Dat vind ik te veel. Je leert pas van jezelf als je verandert. En daardoor groei je weer, want die mensen daar kennen mij niet en daarom moet ik extra op scherp staan om mijzelf te laten zien. Je leert dan iets over jezelf. Het is omdat ik naar persoonlijke groei streef.”

Wat doet u op een gewone werkdag?
“Ik ben vaak heel druk met personeel, mensen hebben persoonlijke problemen, problemen op het werk; er is altijd wel iets waardoor mensen me willen spreken. Ik moet bedenken wat een nieuwe wet inhoudt voor school en ik moet me natuurlijk bezighouden met geld. Ik moet het ten eerste verdelen over de scholen en ik moet kijken welke rekeningen er allemaal liggen, daar zet ik handtekeningen onder. Ik ben vooral bezig met geldzaken en personeelszaken. Mijn werk is druk, maar heel afwisselend. Ik ben enerzijds bezig met papierwerk, maar dat is niks waard zonder met mensen te werken. Ik ben geïnteresseerd in mensen.”

U heeft zo’n acht jaar in de directie gezeten, zijn er in die tijd grote veranderingen geweest voor OMO Scholengroep Helmond?
“Ja. Toen ik binnenkwam, waren er drie scholen. Dat zijn er nu vier. Het waren allemaal losse eilandjes, die toevallig verbonden waren, maar die niet samenwerkten. Er was eerder concurrentie dan samenwerking. Die scholen heb ik verbonden, zodat we elkaar kunnen helpen. Daar worden we allemaal beter van. Ik heb er heel veel tijd ingestoken om alle scholen te huisvesten. Het Carolus heeft een nieuw gebouw gekregen, we hebben het Vakcollege pas heropend en we zijn nu plannen aan het maken voor het Dr.-Knippenbergcollege.”

Wat is er veranderd in samenwerking tussen de vier scholen?
“Meer openheid, er is kennisdeling, ze zien elkaar als collega’s en de scholen beschouwen elkaar nu als familie. Het is voor mij ook een hoogtepunt dat ik dit heb mogen bereiken, dat wij-gevoel.”

Hoe gaat het nu verder met de nieuwbouw van De Braak?
“De bouw is zo goed als rond. Het geld voor de nieuwe school moet er allereerst zijn en moet zo’n veertig jaar meekunnen. Dus we hebben met al het personeel samen gezeten en bedacht wat er in de nieuwe school moest komen. We weten precies hoe het gaat worden, maar het moet nog door een bouwbedrijf aangenomen worden en gebouwd worden.”

Wat heeft u geleerd van de leerlingen?
“Vaak het positieve. Leerlingen zijn vaak heel onbevangen en zien de wereld anders. Ik kan vaak met ze lachen. Als ik te lang achter mijn bureau zit, loop ik even door de gangen. Ik wil bijdragen aan een goede toekomst van iedere leerling. Jullie zijn eerlijk, als leerling zijnde. Ik vind het niet leuk om leerlingen van school te moeten sturen en daarmee ook de ouders teleur te stellen. Mij hoor je niet snel mopperen over leerlingen.”

Hoe is voor u het contact naar de leerlingen toe?
“Veel leerlingen kennen mij niet. De mentor is voor hen het belangrijkste. Het is vaak: ‘Wie is die man in dat kamertje?’. Ik ben meer bestuurlijk bezig dan actief naar leerlingen toe, maar ik laat me wel door leerlingen inspireren; het zijn mijn klanten. Ik vraag altijd waarom ze het ergens niet mee eens zijn en waarom iets niet goed gaat. Dat leer ik van hen, ik luister naar hen, ook al kennen de meesten mij niet.”

Wat waren hoogtepunten in uw loopbaan?
“Ik vond de periode van decaan zijn heel leuk, daarvan heb ik veel geleerd. De eerste keer schoolleider zijn beviel me ook en natuurlijk waren de bouwprocessen in Helmond vond ik ook leuk. Ik geniet ieder jaar opnieuw van de musical van de Knip. En ik heb ooit de Nationale Onderwijsprijs gewonnen met het ombouwen van ckv naar Vorm & Media. Dat hebben we in Amsterdam in ontvangst genomen met zes leerlingen.”

Waar bent u het meest trots op?
“Dat vind ik een moeilijke vraag. Nou, ik ben heel trots op mijn zoon, daar heb ik het vaak over. Ik denk dat ik trots mag zijn dat ik de OMO Scholengroep Helmond goed achterlaat, de financiële positie is stabiel, er is goede huisvesting en er wordt aan de toekomst gedacht. Dat er nieuwe dingen blijven gebeuren waardoor het onderwijs in beweging is.”

Wat zal u altijd bijblijven uit de tijd bij OMO Scholengroep Helmond?
“De Helmondse samenleving. Hiervoor werkte ik in Zwolle, een echte provinciestad, en Helmond was even wennen. Helmond is zeker wel in ontwikkeling, ik heb het vooruit zien gaan. Met de politiek is altijd fijn samengewerkt en alle leuke collega’s die ik hier in Helmond heb leren kennen, heb ik in mijn hart gesloten. En dat wij de beste conciërges hebben van Nederland. Ik heb in mijn carrière gewerkt op vijf scholen en ik vind dat wij de leukste conciërges hebben, daar ben ik heel blij mee. Leerlingen kunnen bij hen altijd terecht. Dat geeft een thuisgevoel. Er blijft mij heel veel bij.”

Wat waren negatieve punten in uw carrière?
“Er zijn wel dagen geweest waar ik tegen op zag. Als ik bijvoorbeeld leerlingen van school moest sturen. Daarmee stel je mensen teleur. Ik heb collega’s moeten begraven. Met mensen afstaan in het leven heb ik heel veel moeite. Dat heb ik meegemaakt op alle scholen en dat waren zwarte dagen in mijn loopbaan. Verder zijn er ook wel zakelijk dingen waar je niet meteen een oplossing voor hebt. Je doet het nooit goed voor iedereen en dat is wel eens moeilijk.”

Wat zou u de leerlingen van OMO scholengroep willen meegeven?
“Pak je kansen. Dan bedoel ik niet dat je lang moet zitten studeren, maar dat je je leven kunt verrijken met bijvoorbeeld hobby’s en je kwaliteiten. Ik denk dat als je je schoolcarrière goed besteedt, dat je er een leven lang plezier van hebt. En doe dat op een positieve manier. Al die initiatieven en activiteiten binnen scholen, neem die kansen en geniet ervan. Verpruts het niet door er negatief in te staan.”